Alpenovertochten zijn er in vele soorten en maten. Veel mensen hebben er vast wel eens eentje gedaan, want wie met de auto naar Italië is gereden heeft er feitelijk al eentje opzitten. De mooiste manier om de Alpen over te steken is echter niet met de auto, maar liever te voet of op de fiets. Onthaasten en de omgeving in je opnemen kan eigenlijk alleen op deze manier. Wij pakten onze backpack in met alleen het hoognodige, poetsten onze mountainbikes nog eens op en fietsten van München naar Venetië. We hebben het dan over 584 kilometer, verdeeld over 8 etappes. In dit artikel nemen we je mee naar de mooiste plekken en delen met jou onze mooiste ervaringen die we op onze weg zijn tegengekomen.
Alpenovertocht München – Venetië
Voorbereiden op de Alpenovertocht
Een goede voorbereiding is natuurlijk altijd het halve werk, zo ook bij een fietsvakantie. Hoewel München – Venetië te boek staat als een redelijk eenvoudige langeafstandsroute, zijn er natuurlijk wel wat hoogtemeters te overwinnen (en kilometers). Bereid je dus goed voor en ga lekker trainen. En er is natuurlijk meer waar je aan moet denken; handige tips ter voorbereiding vindt je in dit artikel.
De Alpen tegemoet fietsen
We beginnen onze tocht in het prachtige, maar ook vlakke München. Vanaf daar fietsen we het avontuur tegemoet en doemen de Alpen al snel op. We fietsen langs de prachtige Tegernsee en pakken onze eerste hoogtemeters op de Achenpas. Daar steken we de grens over en zijn zodoende binnen één dag al in Oostenrijk. Hier komen we al snel de Achensee tegen. Ingeklemd tussen het Rofangebergte aan de linkerkant, en het Karwendel aan de andere kant, wanen we ons even in een Noors fjord. Niet voor lang natuurlijk, want wij dalen snel af naar het Inndal en bereiden ons alvast mentaal voor op de Brennerpas.
Afzien op de Brennerpas
‘Met de vlam in de pijp scheur ik door de Brennerpas’; Henk Wijngaard zong er heel vroeger al eens over. Dit is vast en zeker waar als je vrachtwagenchauffeur bent, maar op de fiets gelden andere wetten; de Brennerpas daagt ons uit en laat ons af en toe bijna stilstaan. Wat we niet wisten: ver weg van de snelweg is dit dal fantastisch mooi. Zeker de afdaling aan de Italiaanse kant, op weg naar onze slaapplek in Sterzing, is adembenemend. We fietsen over een oude spoorlijn, komen langs oude verlaten stationnetjes en fietsen door oude spoortunnels. Dit is waar we het voor doen.
De volgende dag vervolgen we onze weg richting Bruneck. We rijden dan wel al in Italië, maar het voelt nog steeds als Oostenrijk. Pas zodra we weer verder naar het zuiden afslaan, en de Dolomieten langzaam opdoemen weten we: Venetië komt langzaam dichterbij.
Alto Adige en Veneto: Italiaanse parels
Onlangs schreven we al over onze ervaringen in het prachtige Zuid-Tirol, waar we zes dagen te voet de Dolomieten doorkruisten. En ook voor deze trip konden we niet om de Dolomieten heen, maar dat is natuurlijk helemaal geen straf. We beginnen dit deel van de route in Alto Adige (Ook wel Zuid-Tirol genoemd) en rijden via Cortina d’Ampezzo dwars langs de meest spectaculaire rotsformaties. Na verloop van tijd verlaten we Alto Adige en rijden Veneto binnen. Vanaf nu wordt er echt alleen nog maar Italiaans gesproken.
Zodra je de provincie Veneto binnenrijdt weet je één ding zeker: vanaf nu gaat bijna alles bergaf. We zijn inmiddels in het zuidelijke deel van de Alpen, wat betekent dat we langzaam maar zeker afkoersen op de Povlakte. Dat we zuidelijker zitten beginnen we ook te merken; we waren dan wel al langer in Italië, maar langzaam voelt het ook echt als hartje Italië. De huizen, het klimaat, de espresso’s; wij voelen ons meer dan thuis.
Zodra we het schilderachtige dorp Vittorio Veneto binnenrijden laten we de Alpen definitief achter ons. Maar niet voordat we op het werkelijk prachtige marktplein een espresso drinken en genieten van alles wat Italië ons te bieden heeft.
De laatste loodjes
Over het laatste gedeelte kunnen we heel kort zijn: de Povlakte is niet per se het mooiste gedeelte van onze tour. Het is vlak, eentonig en bovenal heet. Maar wie mooi wil zijn moet pijn lijden, dus dat doen we dan ook. En wie goed oplet, vindt mooie plekjes. Zo besloten wij een nachtje in de prachtige vestingstad Treviso te overnachten en kregen hier geen spijt van.
Na Treviso is het niet ver meer naar de eindbestemming: Venetië. Fietsend over de brug van Mestre naar Venetië begint het te dagen; we hebben het gehaald. We genieten van deze magische stad en mijmeren over onze heroïsche tocht. De weg was lang, maar bovenal heel mooi. Van zoveel indrukken moeten we eerst even bekomen. Gelukkig hebben ze ook in Venetië goede wijn en heerlijk eten. De fiets wordt nu weer even opgeborgen, maar het zal niet lang duren voordat een nieuw avontuur weer lonkt; dit avontuur smaakt namelijk naar meer.
Tip: Venetië is helaas verboden voor fietsen, houd hier dus rekening mee. Wij hadden geluk dat we onze fietsen mochten stallen in een parkeergarage op het eiland, beter is het echter om op het vasteland je fiets ergens onder te brengen.